dinsdag 27 augustus 2013


Eneo-ateliers

Phnom Penh is al verleden, Damascus moet dat nog worden

Onderweg in de tijd, zijn en niet meer zijn

Wie Phnom Penh bezoekt ontkomt niet aan de killing fields. Wij bezoeken eerst Tuol Sleng, een voormalige middelbare school. Hier werden de slachtoffers van Pol Pot ondervraagd, gefotografeerd, gefolterd om daarna naar de killing fields afgevoerd te worden.
Duizenden kleine foto’s op grote borden kijken je serieus aan. Ze kijken in de lens wetend dat ze vermoord gaan worden, wie voor deze lens staat overleeft niet.

Pol Pot’s foto archief schrijft geschiedenis op grote borden. De schok
verhevigt als de gruwelijke documentatie doet denken aan de installatie- kunst van Boltanski. Boltanski geeft met fotoseries onbekende slachtoffers, verloren geraakte kinderen, een gezicht om ze niet verloren te laten gaan. Bij Boltanski is dat kunst met een gevoelige verwijzing naar ons collectieve verleden. Dit schoolgebouw is geen kunst, het is werkelijkheid, huiver, beklemmend ruisende stilte.

Wij rijden van de school naar Choeung Ek, een van de killing fields.
Onze gids wijst op een restaurant waar het goed hond eten is. Hij maakt  duidelijk dat ik met serieuze vragen moet wachten omdat hij niet weet of onze chauffeur engels verstaat.

De killing fields zijn erg, maar de schedels in de stupa hebben geen ogen.
De stukjes gekleurde stof die uit de grond steken horen bij de resten die er onder liggen. Het is luguber, maar de huiver wordt opgeroepen door de herinnering aan de gezichten op de foto’s.

Inmiddels kan onze gids vrijuit praten. Als we naar de auto terug lopen legt hij uit dat in zijn dorp iedereen van iedereen weet wie gemoord heeft.
Het zijn er te veel, het zal nog jaren duren, zegt hij voor zich uit, Pol Pot is met ons vergroeid, wij moeten er mee leven, maar wij hebben er geen vorm voor.
Wij rijden terug naar Phnom Penh, zwijgend, nu niet omdat de chauffeur ons zou kunnen verstaan.

Uit respect voor het onderwerp ontbreekt de deze plaats gebruikelijke eneo reclame boodschap.

dinsdag 6 augustus 2013


Normandiƫ, het land van de landingen.

Onderweg in de tijd, zijn en niet meer zijn

 “Blessent mon coeur d’une langueur monotone”

De tekst uit een gedicht van Paul Verlaine was het startsein voor de grote geallieerde aanval op het
door de Nazi’s bezette Europa.
Normandiƫ het land van cider en camembert, het land van calvados en metershoge groene hagen
die het uitzicht belemmeren.

De zomer wil al een paar dagen niet erg, schuimkoppen op zee. In het uiterste noordwesten, waar Europa ophoudt, eindigen de rotsen stekelig in de oceaan. De weg volgt de kust.

In een bocht in de weg in het gehucht Port du Hable staat een pot verwelkte bloemen voor een stoeptegel groot gedenkplaatje. Mijn nieuwsgierigheid wint, ik zet de auto stil en loop terug. Loop terug in de tijd:

    A la memoire du Lt. J.Z. Bienkowski
           Pilote Polonais de la R.A.F.
               tombe a cet endroit
                  le 2 Aout 1943
            
Een Poolse RAF piloot ver van huis op verkenning voor de landingen een jaar later?
Eind juni verwelkte bloemen kennelijk 6 juni hier neergezet. De oudste bewoners waren kinderen toen luitenant-vlieger J.Z. Bienkowski op 2 augustus 1943 hier sneuvelde, maar het dorp blijft hem herinneren.

De behoefte herinnering vorm te geven is van alle tijden.
Vormgeven voorkomt vergeten

 Hoe wij dat doen: Kijk op www.eneo-ateliers-urn.com